Cortisone in pezen, gewrichten of een slijmbeurs
Wat is cortisone?
Cortisone is een sterke ontstekingsremmer die ofwel via tabletten ofwel via injecties (infiltraties) wordt toegediend. Voor een algemene werking gebeurt de injectie in de bil en voor plaatselijke werking in peesaanhechtingen, slijmbeurzen en gewrichten. Lokale injecties hebben het grote voordeel dat de dosis laag kan worden gehouden. Dit geeft veel minder kans op algemene bijwerkingen. Het product wordt bovendien ingebracht op de plek waar zijn werking nodig is.
Voorbereiding
Indien u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moeten deze in overleg met uw behandelend arts tijdelijk gestopt worden. Hij/zij zal in overleg met u bepalen welke medicijnen tijdelijk gestopt moeten worden. Voor andere medicijnen gelden geen beperkingen.
Behandeling
De behandeling gaat door in de echografiezaal. Daar gaat u op de onderzoekstafel liggen en ontbloot u de te onderzoeken regio.
Met behulp van het echografieapparaat (transducer) wordt de juiste plaats voor de prik bepaald. De radioloog desinfecteert uw huid en geeft hierin een verdovingsprik. De radioloog prikt met de naald tot aan de pees, het gewricht of de slijmbeurs. Vervolgens wordt de cortisone ingespoten.
Alles samen duurt dit ongeveer 5 à 10 minuten.
Na de procedure
Na een cortisone-injectie is het belangrijk dat je het gewricht, de slijmbeurs of de pees 24 uur laat rusten en gedurende de eerste week niet intensief belast (niet sporten). Het is mogelijk dat je de dag zelf wat meer pijn hebt na de inspuiting. Hiervoor neem je best een pijnstiller op basis van paracetamol.
In zeldzame gevallen treedt er een infectie op ter hoogte van de injectieplaats. Neem onmiddellijk contact op met je arts bij koorts, roodheid, warmte en/of zwelling op de prikplaats.
Wanneer cortisone en wanneer niet?
De beslissing tot toediening van een cortisone-injectie hangt af van de aard van de aandoening.
Met een cortisone-injectie bereikt men:
– uitstekende resultaten in geval van gewrichtsontstekingen in vingers, tenen, knie, elleboog en schouder en van slijmbeursontstekingen;
– goede resultaten bij peesontsteking, acute opstoten van gewrichtsontsteking bij reuma, en van ontsteking van de slijmbeurs van de heup.
– vaak minder goede resultaten in geval van een tenniselleboog en artrose van de knie.
Wanneer in het geval van knieartrose de ingespoten cortisone geen effect heeft of wanneer om een bepaalde reden cortisone niet ingespoten mag worden, dan kan je arts hyaluronzuur inspuiten in het kniegewricht. Hyaluronzuur verlicht bij sommigen tot op zekere hoogte de klachten.
De arts dient nooit een cortisone-injectie toe bij een gewrichts-, pees- of slijmbeursontsteking veroorzaakt door een infectie en wanneer de huid op de prikplaats niet gezond is, zoals bij eczeem of huidinfectie.
De arts zal zeer terughoudend zijn om cortisone in te spuiten in het heupgewricht. Het betreft immers een gewichtdragend gewricht en er is meer kans op een zeer ernstige bijwerking, namelijk het afsterven van de kop van het heupbeen (aseptische necrose). Injecties in dit gewricht worden daarom doorgaans alleen toegediend in afwachting van een heupprothese of om deze ingreep nog wat te kunnen uitstellen.
Een belangrijke bijwerking van een cortisone injectie is dat dit een negatieve invloed op het nog resterende kraakbeen heeft. Dat is de belangrijkste reden dat bij artrose dus niet herhaaldelijk gekozen wordt voor deze injecties, ook al werken ze bij veel mensen heel goed tegen de klachten. Op langere termijn zal de artrose door deze injecties dus verergeren, omdat de verder gaande kraakbeenslijtage ook weer steeds voor nieuwe ontstekingen zal blijven zorgen. Een injectie met cortisone is een uitstekende overbrugging naar (bijvoorbeeld) een aanstaande gewrichtsvervangende operatie toe (van de heup of knie), maar het is geen permanente oplossing voor artrose.